Asbest is een natuurlijk product. Het is een delfstof die wordt gewonnen in onder meer Zuid-Amerika, Rusland en Canada. Het bestaat uit naaldvormige vezels. Asbest heeft enkele nuttige eigenschappen: het is makkelijk te verwerken met andere stoffen, het is goedkoop en hittebestendig.
Asbestvezels kunnen schadelijk zijn als u ze in hoge concentraties inademt. In de buitenlucht zweven ook asbestvezels. Dat zijn er maar zo weinig, dat inademen geen gevaar oplevert. U loopt ook weinig kans dat u asbestvezels inademt als ze goed zijn gebonden aan materialen. Risico’s treden wel op als dergelijk materiaal in slechte staat verkeert of als de vezels niet goed gebonden zijn aan materialen. Ook als asbesthoudend materiaal op een ondeskundige manier wordt gesloopt of bewerkt, kunnen miljoenen asbestvezels in de lucht komen. Het risico dat iemand ze inademt, is dan erg groot. Er zijn strenge regels opgesteld om dat te voorkomen. Het inademen van asbest kan op termijn stoflongen (asbestose) of longvlies- en buikvlieskanker (mesothelioom) veroorzaaken.
Asbest is tot in de jaren tachtig toegepast in en om veel huizen. Vaak gebeurde dit in de vorm van asbesthoudend cement. Platen van asbesthoudend cement bevinden zich vooral in gevels, het dakbeschot, in en rondom schoorstenen en in of bij de cv-installatie. Verder komt u dit materiaal soms tegen op galerijen van flats en als golfplaat op schuren en garages. Asbest komt ook voor in sommige soorten vinylzeil (tot 1983 verkocht) en in een bepaald type oude, harde vinyltegel (tot 1985 verkocht). Asbest vindt u soms ook terug in oude huishoudelijke apparaten die warmte uitstralen of aan warmte worden blootgesteld. U kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan gaskachels, cv-ketels, oude haardrogers, strijkijzers en warmhoudplaatjes. Meestal kan alleen een microscopische analyse uitsluitsel geven of materiaal asbest bevat. Een overzicht van de meest toegepaste asbesthoudende producten in de woonomgeving vindt u in de brochure ‘Asbest in en om het huis’. Dit overzicht is overigens niet compleet.
Er bestaan twee vormen waarin asbest voorkomt: hechtgebonden en losgebonden asbest. We spreken van ‘hechtgebonden’ wanneer de asbestvezels stevig verankerd zitten in het dragermateriaal. Er zullen nauwelijks vezels vrijkomen als dit materiaal in goede staat verkeert en niet wordt bewerkt of gesloopt. Asbestcementgolfplaten en vlakke platen die in goede staat verkeren, zijn voorbeelden van hechtgebonden asbest.
Wanneer de vezels niet of nauwelijks aan het dragermateriaal zijn gebonden, spreken we van ‘losgebonden’ asbesthoudende materialen. Doordat de vezels gemakkelijk kunnen vrijkomen, is het gezondheidsrisico van losgebonden asbest groter dan dat van hechtgebonden asbest. Een zeer losgebonden asbesthoudend materiaal is spuitasbest. Dit materiaal is voor 1978 regelmatig gebruikt als isolatiemateriaal en als brandwerende laag op staalconstructies. Dit laatste gebeurde meestal in grote gebouwen. Treft u spuitasbest aan, dan moet dit worden verwijderd of volledig afgeschermd. Een andere vorm van losgebonden asbest is zwaar verweerd asbestcement.
Asbest is met name na de Tweede Wereldoorlog veel gebruikt. Niet-hechtgebonden is asbest sinds 1983 vrijwel niet meer toegepast. De beroepsmatige toepassing en verkoop van alle soorten asbest is sinds 1 juli 1993 bijna volledig verboden.
Of een materiaal of product asbest bevat kan alleen in een laboratorium met honderd procent zekerheid worden vastgesteld. U kunt wel producten of materialen herkennen waarin mogelijk asbest zit. Een overzicht hiervan vindt u in de brochure Asbest in en om het huis. Dit overzicht is overigens niet volledig.
Als u materiaal wilt laten onderzoeken, dan kunt u contact opnemen met een laboratorium dat bevoegd is om asbestanalyses uit te voeren. Een lijst van laboratoria is aan te vragen bij de Raad voor Accreditatie (http://www.rva.nl). Voorheen verrichtte de Keuringsdienst van Waren dergelijk onderzoek, maar daar is deze dienst mee gestopt. Een deskundig asbestinventarisatiebedrijf kan eveneens nagaan of in uw woning asbest aanwezig is. Aan al deze opties zijn wel kosten verbonden. De fabrikant of leverancier van het materiaal of de verhuurder van uw pand kan soms ook vertellen of er asbest aanwezig is.
Dat is afhankelijk van de wijze waarop het asbest gebonden is in het materiaal. Hechtgebonden asbest kan meestal beter blijven zitten. Dit materiaal levert geen gevaar op als het in goede staat verkeert en niet wordt bewerkt. Of er in het geval van losgebonden asbest maatregelen nodig zijn, hangt af van het feit of het materiaal al dan niet is afgeschermd. Verder speelt de afweging een rol of het asbest zich op een plaats bevindt waar regelmatig mensen komen.
Er gelden strenge voorschriften voor het verwijderen van asbest. Het niet volgens de voorschriften verwijderen van asbest is vaak een stuk gevaarlijker dan het laten zitten van dit materiaal.
De gemeente kan de eigenaar van het asbest in een aantal gevallen dwingen om maatregelen te nemen. Dat kan gebeuren als zich in uw huis niet-hechtgebonden asbest bevindt dat onvoldoende is afgeschermd. De precieze regels staan in de Woningwet en in het Bouwbesluit 2003 (zie dossier Bouwregelgeving)
Soms. Sommige asbesthoudende producten mag u zelf verwijderen, zoals geschroefde asbesthoudende platen waarin de asbestvezels hechtgebonden zijn, asbesthoudende vloertegels en niet gelijmde asbesthoudende vloerbedekking. Hierbij moet u wel voldoen aan een aantal voorschriften. Deze voorschriften hebben zowel betrekking op de verwijdering van het asbest(houdend product) als op het afvoeren van het asbest(houdende product). Nadere informatie over deze voorwaarden kunt u vinden in de brochure Asbest in en om het huis (zie Publicaties).
In de meeste gevallen dient u toestemming aan de gemeente te vragen. In de Bouwverordening van de gemeente staat wanneer een sloopvergunning en wanneer een melding verplicht is. Als een sloopvergunning verplicht is, moet u een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf inschakelen.
Woont u in een huurwoning, dan is de verhuurder hiervoor verantwoordelijk. Overleg met uw verhuurder welke maatregelen nodig zijn. De GGD of de gemeente kunnen u adviseren als u niet met elkaar tot overeenstemming komt. De gemeente kan zo nodig optreden tegen de verhuurder.
Als bewoner van een koopwoning mag u in principe zelf bepalen of u asbest uit uw woning laat verwijderen. U kunt bij twijfel contact opnemen met gemeente of GGD.
Als het niet is toegestaan om het asbest(houdende product) zelf te verwijderen of wanneer u er de voorkeur aan geeft om het asbest(houdende product) te laten verwijderen, komen de kosten van de verwijdering doorgaans voor rekening van de eigenaar van het materiaal. De kosten van verwijdering kunnen flink oplopen. Vraag daarom altijd een offerte aan bij meerdere gecertificeerde asbestverwijderingsbedrijven. Deze gecertificeerde bedrijven kunt u vinden onder http://www.ascert.nl.
Nee. Sinds 1998 geldt voor particulieren een volledig verbod voor hergebruik van asbest in bouwwerken. Hergebruik levert gevaar op, zeker als u het materiaal schuurt, zaagt, boort of breekt. Hierbij kunnen immers asbestvezels vrijkomen.
Dat mag, maar u bent strafbaar als u anderen daarbij in gevaar brengt. Zorg daarom dat er in ieder geval geen asbestvezels vrijkomen. Hulpmiddelen als een hogedrukspuit, staalborstel of schuurpapier zijn uit den boze. Ga het materiaal ook niet zagen of boren.
Iedere gemeente beschikt over voorschriften voor het aanbieden van asbesthoudend afval. Neem contact op met uw gemeente over de wijze waarop u dit afval moet aanbieden. U moet het afval in ieder geval secuur verpakken in speciaal plastic en het apart houden van het overige afval. Bij de meeste gemeenten kunt u kleine hoeveelheden asbesthoudend afval apart inleveren.
Niet per se. Maar bij verhuizing kan het zijn dat u als vertrekkende bewoner asbest moet (laten) weghalen, omdat de verhuurder dat eist of omdat u dat met de koper bent overeengekomen. De verhuurder kan dit alleen eisen als u zelf asbest heeft aangebracht of laten aanbrengen, en de woning moet worden opgeleverd in oorspronkelijke staat. Voor eigenaar-bewoners en huurders liggen de zaken verschillend.
Het aanwezige asbest kan bij verhuizing het best blijven zitten. U moet de woning echter asbestvrij opleveren als u dit met de nieuwe eigenaar bent overeengekomen. U doet er goed aan dit vast te laten leggen. De nieuwe eigenaar kan de schade (bijvoorbeeld reinigingskosten) op u verhalen als er na verhuizing nog asbest aanwezig is. Hetzelfde geldt als het asbest niet volgens de regels is verwijderd. Het is verstandig de aanwezigheid van asbest in ieder geval te melden aan de koper. Doet u dit niet, dan kan het asbest in uw woning worden gezien als een verborgen gebrek. De nieuwe eigenaar kan de schade vervolgens op u verhalen.
Deze adviezen zijn gebaseerd op de huidige juridische inzichten. Het kan zijn dat er een andere uitspraak volgt als de zaak voor de rechter komt.
Bij verhuizing kan de verhuurder eisen dat u de woning weer ‘in oorspronkelijke staat’ oplevert. Dat betekent dat u asbesthoudende materialen (bijvoorbeeld vloerbedekking) moet verwijderen die u tijdens uw bewoning heeft aangebracht. De verhuurder moet u eerst de kans bieden om zelf het asbest te (laten) weghalen. Als u dit niet doet, kan de verhuurder het asbest op uw kosten laten verwijderen. De verhuurder mag hiervoor niet meer in rekening brengen dan gangbaar is voor verwijdering door een deskundig asbestverwijderingsbedrijf.
De verhuurder kan u ook opdragen om de asbesthoudende vloerbedekking te verwijderen als hij een schriftelijke verklaring heeft dat u die van een vorige huurder heeft overgenomen. Dat kan anders liggen als de verhuurder wist of had behoren te weten dat de overgenomen vloerbedekking asbest bevat. De rechter kan dan tot het oordeel komen dat de verhuurder verantwoordelijk is voor de verwijdering en kosten daarvan. Heeft de verhuurder geen bewijs dat u de vloerbedekking heeft overgenomen van de vorige huurder, dan is de verhuurder verantwoordelijk voor de verwijdering. Een verhuurder mag niet eisen dat u materialen laat analyseren op de aanwezigheid van asbest. Omgekeerd is trouwens ook niet mogelijk. Een verhuurder mag van een huurder geen schriftelijke verklaring eisen dat de materialen asbestvrij zijn. De verhuurder moet zelf controleren hoe u de woning destijds heeft aanvaard. Wanneer u de woning niet geheel asbestvrij oplevert, kan de verhuurder de kosten op u verhalen. Sommige verhuurders zijn bereid een deel van de kosten van hun huurders te betalen. Neem hierover contact op met uw verhuurder.
Deze adviezen zijn gebaseerd op de huidige juridische inzichten. Het kan zijn dat er een andere uitspraak volgt als de zaak voor de rechter komt.
In de beleidsbrief asbest in bodem, grond en puin(granulaat) van 3 maart 2004 is de interventiewaarde bodemsanering voor asbest van 100 mg/kg gewogen vastgesteld (gewogen betekent de serpentijnasbestconcentratie vermeerderd met tien maal de amfiboolasbestconcentratie). Ook de restconcentratienorm is vastgesteld op 100 mg/kg gewogen. Daarnaast zijn de volgende protocollen en handreikingen opgesteld die van toepassing zijn voor omgang met asbest in bodem, grond en puin(granulaat):
Om de laatste twee brochures te downloaden of te bestellen, zie Publicaties. De overige brochures kunt u bestellen bij de NEN, http://www.nen.nl.
Met een parapluvergunning kan iemand asbest uit (agrarische) gebouwen verwijderen zonder recept dat hij voor ieder bouwwerk een afzonderlijke sloopvergunningsprocedure moet doorlopen. Het ministerie van VROM heeft geen bezwaren tegen het gebruik van paraplu-sloopvergunningen, als aan de vergunning een lijst is toegevoegd van bouwwerken waaruit asbest zal worden verwijderd. Het toevoegen van zo’n lijst, met adres en kadastrale aanduiding van de te slopen bouwwerken, is volgens de Algemene wet bestuursrecht en de Modelbouwverordening (die de meeste gemeenten hebben overgenomen) een eis waaraan de sloopvergunningaanvraag moet voldoen. Als bij de aanvraag van een parapluvergunning zo’n lijst is gevoegd, wordt de sloopvergunning een verzamelbeschikking.
Wordt de gehele opstal gesloopt, dan is een asbestinventarisatierapport vereist dat is opgesteld door een gecertificeerd bedrijf. Als er uitsluitend asbesthoudend materiaal wordt verwijderd, volstaat het voor de vergunning om bij de aanvraag een verklaring te voegen. Bij het uitvoeren van de werkzaamheden moet overigens op grond van de arboregelgeving ook in die gevallen een asbestinventarisatierapport aanwezig zijn.
Asbest mag alleen op een verantwoorde wijze uit het milieu worden verwijderd, volgens de voorgeschreven procedures. Voordat de sloopwerkzaamheden beginnen, moeten de Arbeidsinspectie en het gemeentelijk bouwtoezicht geïnformeerd worden door de vergunninghouder, respectievelijk het sloopbedrijf. Uiteraard moet een gemeente ook bij het gebruik van een paraplu-sloopvergunning toezien en controleren op een zorgvuldige uitvoering van de individuele sloopwerkzaamheden.
Het Erasmus Medisch Centrum heeft onderzocht hoeveel niet-beroepsmatige gevallen van mesothelioom (longvlieskanker) voorkomen in de regio Goor (waar veel asbestwegen liggen). Dit onderzoek (‘Asbest weg?’ getiteld, zie Publicaties) heeft twee deelrapportages opgeleverd die in oktober 2005 zijn verschenen (zie eveneens Publicaties). Uit de deelrapportage ‘Regionale spreiding van het maligne mesothelioom in Nederland’ blijkt dat longvlieskanker rond Goor bij vrouwen vijf keer vaker voorkomt dan in de rest van Nederland en bij mannen twee keer vaker. Uit de tweede deelrapportage (‘Invloed van milieublootstelling aan asbest in de regio rond Goor op het optreden van maligne mesothelioom onder vrouwen’) blijkt dat asbestverhardende wegen en erven bij 15 vrouwen de (meest waarschijnlijke) oorzaak zijn van longvlieskanker.
De resultaten uit beide studies geven duidelijk aan dat het aantal mogelijke slachtoffers van asbestwegen hoger is dan tot nu toe werd aangenomen. Op basis van beide rapporten wil staatssecretaris Van Geel de Gezondheidsraad na laten gaan of het nodig is om bepaalde normen te herzien. Het gaat dan om het zogeheten verwaarloosbaar risico (VR) en het maximaal toelaatbaar risico (MTR). Wat betekenen deze begrippen? We spreken van een verwaarloosbaar risico als de kans om te overlijden door blootstelling aan een bepaalde milieufactor (in dit geval asbest) kleiner is dan 1 op de 100 miljoen per jaar. Het maximaal toelaatbaar risico gaat uit van een kans van 1 op de miljoen per jaar.
In de gemeenten Hof van Twente en Harderwijk zijn veel particulieren in het bezit van een asbestbevattende weg. Dit is nog een gevolg van het feit dat in die gemeenten vroeger veel asbestindustrie gevestigd was. Op basis van het Besluit asbestwegen Wms is het echter verboden om een asbestbevattende weg of erfverharding in bezit te hebben. Om burgers te helpen met saneren is enkele jaren geleden de Saneringsregeling asbestwegen eerste fase in het leven geroepen. Mensen konden op basis van deze regeling een subsidie aanvragen. De regeling is op 23 december 2004 gestopt.
Een vervolgregeling (tweede fase) is op dit moment in uitvoering. Deze Saneringsregeling asbestwegen 2e fase wijkt op enkele punten af van de saneringsregeling eerste fase. Zo wordt in de tweede fase saneringsregeling niet alleen het asfalteren van asbesthoudende wegen vergoed, maar ook het ontgraven. Ontgraven blijkt namelijk goedkoper, duurzamer en bovendien staat het mooier in het landschap.
Omdat uit het onderzoek van Erasmus MC gebleken is dat er ten gevolge van de aanwezigheid van asbestwegen in de regio Goor gemiddeld vier slachtoffers per jaar vallen, heeft het ministerie van VROM ervoor gekozen om een aanvullende inventarisatie naar het voorkomen van asbestwegen in de regio’s Goor en Harderwijk uit te voeren. Uit deze inventarisatie blijkt dat er nog veel niet-gesaneerde dan wel nog niet voor sanering aangemelde asbestwegen aanwezig zijn. Naar aanleiding hiervan is een derde en laatste saneringsfase ingezet, waarvoor men zich tussen 15 mei 2006 en 1 juli 2006 kon aanmelden. De sanering is ondergebracht bij het projectbureau Asbestsanering derde fase www.saneringasbestwegen.nl.
Vanaf 1 december 2007 kunnen alle mensen met mesothelioom een tegemoetkoming krijgen van het Rijk. Mesothelioom is een vorm van long-, borst- of buikvlieskanker veroorzaakt door asbestvezels. Personen die de ziekte hebben opgelopen door werk in loondienst konden al een tegemoetkoming krijgen via de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS) van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
De overheid wil ook slachtoffers die in hun werk als zelfstandige, in het milieu of door producten aan asbest zijn blootgesteld maatschappelijke erkenning geven. VROM regelt deze tegemoetkoming in de Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom (TNS-regeling). De nieuwe tegemoetkoming is voor slachtoffers die:
Meer informatie: tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS-regeling) (website ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid)
Slachtoffers kunnen 16.655 euro krijgen als tegemoetkoming voor hun leed (bedrag voor 2007). De tegemoetkoming vervangt geen eventuele schadevergoedingen. De overheid verhaalt waar mogelijk de kosten opbedrijven die aansprakelijk zijn voor de blootstelling aan asbest.
Bij het Instituut Asbestslachtoffers (IAS). U kunt het IAS bereiken:
De Sociale Verzekeringsbank (SVB) beslist uiteindelijk namens de minister van VROM wie een tegemoetkoming ontvangt.
Zie ook: www.asbestslachtoffers.nl (website Instituut Asbestslachtoffers)
Het Asbestverwijderingsbesluit 2005 moet voorkomen dat asbestvezels vrijkomen. Asbestvezels kunnen vrijkomen bij:
Het Asbestverwijderingsbesluit 2005 is op 1 maart 2006 in werking getreden en vervangt het oude Asbestverwijderingsbesluit (dat dateert uit 1993) evenals de regels voor het werken met asbest uit het Arbeidsomstandighedenbesluit.
De belangrijkste wijzigingen van het Asbestverwijderingsbesluit 2005 ten opzichte van het oude Asbestverwijderingsbesluit, zijn de volgende: